BOUW PAVILJOEN KEVN
BOUW PAVILJOEN KEVN
TRANSFORMATIE OUD SCHOOLGEBOUW TOT ATELIERS & DE BOUW VAN EEN CIRCULAIR PAVILJOEN MET HERGEBRUIKT MATERIAAL
Op de waterkerende laag in het dak en het glas na zijn alle bouwmaterialen in paviljoen KEVN in Eindhoven hergebruikt. In oktober 2020 opende dit cultuurhuis vlakbij treinstation Strijp-S haar deuren. Een van de pioniers op het gebied van circulair bouwen, architectenbureau SUPERUSE uit Rotterdam, maakte het ontwerp van het demontabele paviljoen op basis van geoogste secundaire materialen.
Het paviljoen is onderdeel van de transformatie van een rijksmonumentaal schoolgebouw aan de Galileistraat in Woensel-West tot culturele ontmoetingsplek. Enkele jaren terug kocht woningcorporatie St. Trudo het gebouw van de voormalige Christelijk Nationale School (CNS), dat is gebouwd in 1930 naar ontwerp van architect J.W. Hanrath en P.H.N. Briët.
Trudo wil het gebouw omvormen tot een culturele broedplaats als aanjager voor de upgrading van Woensel- West. Daarbij werkt ze samen met architectenbureau Superuse en Yingyi Luo en Erik Slijpen. Initiatiefnemers van kunstenaarscollectief KEVN (Kelderman en van Noort). In de school komen zeven ateliers en drie expositieruimtes.
Architect Floris Schiferli van Superuse adviseert om de horeca buiten het schoolgebouw onder te brengen in een nieuw paviljoen. “Dit heeft te maken met de monumentale status van de school en de stedenbouwkundige situatie. De gevels van de school mogen slechts beperkt aangepast worden. Het schoolplein wordt na vertrek van de school nauwelijks gebruikt, de gevels aan het plein waren behoorlijk gesloten.” De school is een zogenaamde corridorschool waarbij de klaslokalen aan een lange gang zijn gesitueerd. De lokalen zijn zo veel mogelijk op de zon, in dit geval op het oosten, geori nteerd. Schiferli vervolgt: “De gang had hoge ramen, waardoor visueel contact met het speelplein nihil was. Die situatie wilden we aanpassen, we wilden het plein een nieuwe functie geven voor de buurt. Een horecapaviljoen met terras is natuurlijk een goede manier om meer leven te brengen op het plein.”
SPANTEN UIT EEN KIPPENSCHUUR
Voor meer dan 80% bestaat het paviljoen uit secundaire materialen. De voor het ontwerp belangrijkste en meest in het oog springende elementen van het nieuwe paviljoen in Eindhoven zijn de houten spanten. Schiferli vertelt waar ze vandaan komen: “Door de subsidie op asbestsanering laten veel boeren schuren uit de jaren 60 en 70 saneren. Hierbij blijven de spanten vaak over die heel goed herbruikbaar zijn. Die staan regelmatig op oogstkaart.nl. De spanten die we voor het paviljoen hebben gebruikt zijn afkomstig uit een oude kippenschuur uit Friesland. Het zijn driescharnierspanten met een gebogen hoek van gelamineerd hout. Ze waren gedemonteerd en lagen klaar voor hergebruik in een nieuwe geitenboerderij in Bleiswijk. Daar werd echter geen bouwvergunning voor verleend en zo kwamen ze (weer) terecht op de Oogstkaart en konden we ze overkopen, acht spanten in totaal.”
SPANTEN OPGEDEELD EN GEKRUIST
De zestien spantbenen met gebogen hoek zijn kolom en spant in n. De grootste binnenhoogte van de kippenschuur was ca. 2,5 meter en de doorsnede ca. 16 meter. In Eindhoven waren vier spanten met meer hoogte gewenst. “We hebben daarom van de acht spanten er vier gemaakt. De spanten zijn opgedeeld om de spantbenen aan beide uiteinden te verlengen en de boogconstructie, die ontstaat door de spanten horizontaal om te draaien, te verstevigen. De aannemer is een interieurbouwer en dat merk je goed aan hoe kundig hij het hout bewerkt en gekoppeld heeft.” Het overblijvende hout van de spanten is verzaagd en bewerkt tot andere gebouwonderdelen. De verlengde spantbenen worden mede ondersteund door slanke stalen kolommen.
FUNDERING MET 3 LAGEN STELCON
Het nieuwe gebouw is helemaal droog gebouwd, waardoor het demontabel is en gemakkelijk ergens anders opnieuw kan worden opgebouwd. “Bijna alles is geschroefd, spanten, puien en dak. Alleen de montageschoenen voor de stalen kolommen zijn wel op de stalen balken in de fundering gelast, zodat er een ruimtelijk vakwerk ontstaat.” Die fundering is ook bijzonder. Het paviljoen is niet gefundeerd met palen maar op platen. De fundering moest verzwaard worden, om tegenwicht te bieden aan de windbelasting op het paviljoen. Er zijn daarom drie lagen Stelcon-platen aanwezig in de vloer, afgewisseld met een isolatielaag, stalen balken (zie tekening). In plaats van vloerverwarming is een snel reagerend systeem met luchtwarmtepomp toegepast. De Stelconplaten en HEA 300 balken zijn afkomstig van Strijp-S. “Opdrachtgever Trudo is enthousiast over circulair bouwen en heeft voor het paviljoen de stalen funderingsbalken en Stelconplaten aangedragen van hun projecten op Strijp-S. De bovenste laag Stelcon is de vloer van het van het paviljoen en daarom met een beitel gesleten, waardoor de vloer interieurkwaliteit krijgt”, vertelt Schiferli. “De drukvaste XPS-isolatieplaten zijn weer afkomstig van de nooit voltooide Open Venster School in Rotterdam, en ook in het dak toegepast.” De installatie is nieuw.
CIRCULAIR INTERIEUR EN PUIEN
“De mensen van KEVN waren ook fanatieke oogsters, ze kochten onder andere een enorme groene bank van een failliet kegelcentrum. De barkrukken komen uit voormalig platenzaak Bullit uit Eindhoven. En een groot deel van het interieur komt van jaren verzamelen en marktplaats aankopen. Alle dubbele deuren werden weer door Trudo aangebracht, ook afkomstig van Strijp-S.” Via leverancier Janssen ODS in Barendrecht kwamen de te veel geproduceerde stalen IPE kokers, gefabriceerd voor het nieuw gerechtsgebouw in Gent, naar Eindhoven. Het glas in de strakke stalen puien is wel nieuw. “Het is moeilijk om glas te hergebruiken. Soms doen we het wel, bijvoorbeeld met kozijn en al. Of soms kun je een afgekeurde partij glas op de kop tikken. Daarom moet je dan omheen ontwerpen. Dat is hier dus niet gebeurd, hier waren de spanten vooral leidend in het ontwerp.”
CREATIVITEIT EN AMBACHT
Superuse is een van de pioniers in circulair bouwen en heeft al veel projecten gerealiseerd met secundaire materialen. Hoe ervaren de aannemers waarmee ze samenwerken deze manier van bouwen? “We werken met heel diverse aannemers, van interieurbouwers tot grote bouwers als BAM. Ze moeten soms even wennen maar zijn over het algemeen wel enthousiast te krijgen. Circulair bouwen vraagt van een aannemer om zelf meer na te denken bij de uitvoering, hij kan niet alles vanaf de tekening bouwen, omdat je bij circulaire materialen soms afwijkingen hebt in afmetingen, vorm en sterkte. Het vraagt dus meer creativiteit en vakmanschap van de aannemer, maar ook van de architect. Die moet zich meer verdiepen in de constructie en materialen en ook tijdens de bouw oplossingen bedenken en beslissingen nemen. Je moet veel flexibeler zijn. De rol van architect bij circulaire projecten lijkt iets meer op die van de oude bouwmeester, en dat maakt het voor mij alleen maar nog interessanter!”
BRON: www.bouwwereld.nl